KNM oefenexamen 11

Wat is een voorbeeld van een volksverzekering?
1. AOW
2. De Bijstand
3. De zorgverzekering
Wat is geestelijke gezondheidszorg?
1. Een andere naam voor GGD.
2. Een plaats waar psychologen en psychiaters werken.
3. Een polikliniek in het ziekenhuis.
Wat is een vaste baan?
1. Een baan die stopt op een bepaalde tijd.
2. Een baan voor onbepaalde tijd.
3. Een fulltime baan.
Wat is vrijwilligerswerk?
1. Werken in een eigen bedrijf.
2. Werken voor een uitzendbureau.
3. Werken zonder salaris.
Op welke school leer je een beroep?
1. havo
2. vmbo
3. vwo
Wat wordt bijvoorbeeld betaald met de vrijwillige bijdrage?
1. De boeken op school.
2. De energierekening van de school.
3. Schoolreisjes.
Wat moet je doen als je geld leent van de bank?
1. De lening afschrijven.
2. De lening aflossen.
3. De lening oplossen.
Uw buurman is overleden. Wat kunt u het beste doen?
1. U gaat naar de buren en condoleert hen.
2. U gaat naar de buren en feliciteert hen.
3. De buren hebben veel verdriet. U kunt het beste niks doen.
U gaat naar een verjaardag. U geeft een cadeau. De jarige zegt: "Dat had je nou niet moeten doen!" Wat betekent dit?
1. U heeft het verkeerde cadeautje gekocht.
2. De jarige is niet blij met uw cadeautje.
3. De jarige is wel blij met uw cadeautje.
U bent ontslagen. U heeft dus geen werk meer. U wilt een werkloosheidsuitkering aanvragen. Waar gaat u naar toe?
1. U gaat naar de gemeente.
2. U gaat naar het UWV.
3. U gaat naar de Sociale dienst.
U wilt een bedrijf beginnen. Hiervoor maakt u een ondernemingsplan. Wat moet u hierin schrijven?
1. Alles wat uw bedrijf tot een succes zal maken.
2. Een verhaal over uw werkervaring.
3. Uw plannen om over 5 jaar een bedrijf te beginnen.
Op uw werk is een collega die discrimineert. Hij zegt bijvoorbeeld tegen u: "Buitenlanders pakken al ons werk af". Wat kunt u het beste doen?
1. U kunt het beste niets doen. Het komt vanzelf wel goed.
2. Met uw baas praten.
3. Ruzie met maken met uw collega.
Elk bedrijf heeft regels. Ook is er de arbowet. Wat is een belangrijke regel uit de arbowet?
1. Elke werknemer moet werkervaring hebben.
2. Elke werknemer moet werkkleding dragen.
3. Elke werknemer moet veilig kunnen werken.
4. Elke werknemer heeft recht op pauze.
In Nederland ben je vrij om je eigen zorgverzekeraar te kiezen.
1. Waar.
2. Niet waar.
Als je kiest voor een hoger eigen risico moet je meer eigen risico betalen.
1. Waar.
2. Niet waar.
Als je iets officieel zegt tegen de politie, doe je aangifte.
1. Waar.
2. Niet waar.
Je burgerservicenummer staat op papieren van de belasting.
1. Waar.
2. Niet waar.
De termijn is een bepaalde tijd, bijvoorbeeld een maand.
1. Waar.
2. Niet waar.
Bij het UWV werkbedrijf zijn er veel vacaturen.
1. Waar.
2. Niet waar.
In Nederland gaan mensen bijna nooit scheiden.
1. Waar.
2. Niet waar.
Waar moet u de studiefinaanciering aanvragen?
1. Bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
2. Bij de Gemeentebelastingen.
3. Bij de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)
De buurvrouw kwam een praatje maken betekent:
1. De buurvrouw kwam gedag zeggen.
2. De buurvrouw kwam voor een kort gesprekje.
3. De buurvrouw kwam kennis maken.
Welke felicitatie is goed?
1. Proficiat, van harte gefeliciteerd.
2. Proficiat, beterschap en gecondoleerd.
3. Sterkte, gelukgewenst en van harte.
Een groeicurve is belangrijk omdat u kunt zien dat
1. uw kind goed groeit.
2. uw kind goed eet.
3. uw kind goed slaapt.
De wijkverpleegkundige is een dokter.
1. Waar.
2. Niet waar.
"Ik zet haar tegen de meetlat." betekent:
1. Ik moet haar meten.
2. Ik moet kijken hoe zwaar ze is.
3. Ik moet kijken hoe laat het is.
Mevrouw Jansen wil dat haar kind 5 dagdelen naar de peuterspeelzaal gaat. Kan dat?
1. Waar.
2. Niet waar.
Op de basisschool krijgen de kinderen behalve Nederlands en rekenen ook andere vakken. Welke krijgen ze niet?
1. Aardrijkskunde
2. Geschiedenis
3. Scheikunde
Wat zijn klaar-overs?
1. Mensen die klaar zijn.
2. Mensen die kinderen helpen oversteken bij de school.
3. Mensen die oudere mensen helpen oversteken.
In Nederland is veel water. Ook zijn rond sommige scholen vijvers en slootjes. Daarom is zwemles belangrijk voor de kinderen.
1. Waar.
2. Niet waar.
Materialen van de bibliotheek zijn
1. boeken, tijdschriften, cd's en dvd's.
2. computers en boeken.
3. boeken en tijdschriften.
Wat is een pictogram?
1. Een televisieprogramma.
2. Een symbool of plaatje.
3. Een letter.
U meldt zich ziek voor aanvang van de dienst, betekent:
1. U meldt zich ziek voor het begin van de dienst.
2. U meldt zich ziek voor het eind van de dienst.
3. U meldt zich ziek aan het begin van de dienst.
Op een arbo-formulier moet u beschrijven welke werkzaamheden u doet op uw werk.
1. Waar.
2. Niet waar.
Iemand is arbeidsongeschikt, betekent:
1. iemand kan nooit werken.
2. iemand is niet gezond genoeg om te kunnen werken.
3. iemand doet zijn werk niet goed.
In de cao staan afspraken voor alle mensen die in een sector werken.
1. Waar.
2. Niet waar.
Je jaaropgave is een loonstrook voor een heel jaar.
1. Waar.
2. Niet waar.
Als de kinderen overblijven, eten ze op school.
1. Waar.
2. Niet waar.
Een advocaat is altijd gratis.
1. Waar.
2. Niet waar.
Sociaal Raadslieden kunnen je helpen met het invullen van formulieren.
1. Waar.
2. Niet waar.