U weet niet precies hoe u moet solliciteren. U wilt een sollicitatiecursus volgen. Waar kunt u dat vragen?
Bij het uitzendbureau.
Bij een bedrijf.
Bij het UWV.
Een werkgever vraagt vaak een diploma en werkervaring. Wat is nog een belangrijke eis van de werkgever?
U moet de Nederlandse taal spreken.
U moet een auto hebben.
U moet 60 uur per week werken.
U wilt zo snel mogelijk werken. U bent al ingeschreven bij het UWV. Waar moet u zich ook laten inschrijven als werkzoekende?
Bij uitzendbureaus.
Bij de gemeente.
Bij de Sociale Dienst.
U hebt een nieuwe baan. Op de eerste dag ontmoet u uw nieuwe collega's. Hoe doet u dat?
U stelt zich voor aan uw nieuwe collega's en geeft hun een kadootje.
U stelt zich voor aan uw nieuwe collega's en praat even kort met hen.
U begint eerst met werken. De collega's leert u later vanzelf kennen.
U gaat werken. Alle afspraken die u maakt met de werkgever komen op papier. Hoe heet deze afsprakenlijst?
Een afsprakenovereenkomst.
Een arbeidsovereenkomst.
Een werkformulier.
Je kunt in Nederland geen bekeuring krijgen als je afval op straat gooit.
Waar.
Niet Waar.
U heeft grote problemen. U heeft altijd te weinig geld. En u heeft veel ruzie met uw partner. Wat doet u?
U gaat direct naar maatschappelijk werk of Jeugdzorg.
U gaat praten met de huisarts.
U gaat naar het Juridisch Loket.
Bij vast werk staat in je contract wanneer je werk stopt.
Waar.
Niet Waar.
Wie helpt bij problemen met de opvoeding?
De kinderbescherming.
Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
Jeudgzorg.
Welke uitkering krijg je als je ontslag krijgt?
AOW.
Bijstand.
WW.
In hoeveel jaar moet een immigrant slagen voor het inburgeringexamen?
Dat hangt af van de inburgeringscursus.
In 1 jaar.
In 3 jaar.
Wat betekenen de cijfers op het rapport?
1 is heel goed.
1 is heel slecht.
5 is goed.
Wat is belangrijk voor internetbankieren?
Dat je computer snel is.
Dat je computer een wachtwoord heeft.
Dat je computer veilig is.
Waarmee kan je niet internetbankieren?
Met je telefoon.
Met een geldautomaat.
Met een tablet.
Bij de opening van de vergadering wordt meteen besloten wanneer de volgende vergadering is.
Waar.
Niet waar.
Met een verwijsbrief ga je naar de specialist.
Waar.
Niet Waar.
Op de bijsluiter staat informatie over het medicijn.
Waar.
Niet Waar.
Medicijnen zijn altijd goed voor de gezondheid.
Waar.
Niet Waar.
Uw kind heeft problemen op de basisschool. De leraar praat met u. De school denkt dat uw kind naar het speciaal onderwijs moet. Wat gebeurt er dan?
U brengt uw kind naar een speciale school in de buurt.
Uw kind doet een test. Hij krijgt extra hulp op school.
Uw kind doet een test. U vraagt bij een speciale school of ze plaats hebben voor uw kind.
Uw buurman heeft een gehandicapt kind. Waar kan het kind naar school?
Naar een speciale basisschool.
Het kind kan niet naar school.
Naar een bijzondere basisschool.
Het is april en u wilt deze maand met uw zoon van vijf op vakantie. Maar in april is geen schoolvakantie. Kunt u toch met uw kind op vakantie gaan?
Ja, het kind is nog klein.
Nee, een kind van vijf moet naar school.
Ja, als u het vraagt het aan de juf of de meester, mag het.
Uw werkzaamheden zijn ...
de dingen die u doet.
de dingen die u op uw werk ziet.
de dingen die u op uw werk wilt bespreken.
De bedrijfsarts zegt tegen u: "Zodra u de uitslag van het ziekenhuis heeft, neemt u contact met mij op." Wat zegt u?
Ik weet niet of ik vanmiddag de telefoon wel oppak.
ls het slecht nieuws is, dan bel ik niet.
Natuurlijk, dat zal ik doen.
De agendapunten staan in een schema, betekent:
De agendapunten staan in een bepaalde volgorde.
De agendapunten zijn op tijd.
De agendapunten zien er goed uit.
Petra ergert zich aan Janneke. Petra vindt het vervelend dat Janneke de muziek zo hard zet. Petra vraagt aan Janneke of ze de muziek zachter kan zetten. Wat doet Janneke?
Janneke doet alsof ze niets hoort.
Janneke zet de muziek harder.
Janneke zet de muziek zachter.
De klant is ...
iemand die iets wil vragen.
iemand die iets koopt.
iemand die koning is.
U werkt in een verzorgingshuis. U moet onder andere patiënten uit het bed halen. Veel van uw collega's hebben last van hun rug gekregen. Uw baas heeft een folder gestuurd aan alle werknemers met instructies om rugklachten te voorkomen. Vaandaag bent u aan het werk en u ziet dat uw collega een van de patiënten optilt zonder optilhulpmiddelen. Wat kunt aan de collega zeggen?
U zegt niks tegen uw collega.
U vertelt tegen hem/haar dat het heel belangrijk is dat hij/zij de optilhulpmiddelen gebruikt.
U tilt de zware patiënt zelf.
U bent opgenomen in de BRP en u moet zich nu ook nog in laten schrijven bij de belastingdienst.
Waar.
Niet waar.
De gemeente kan mijn persoonsgegevens ook aan een bedrijf geven, zoals de supermarkt of het postkantoor.
Waar.
Niet waar.
Josie wil verhuizen. Josie heeft een uitreksel voor de woningbouwvereniging nodig. Waar gaat ze naartoe?
Belastingdienst
Gemeente
Bank
Wat is een proces-verbaal?
Een rechtszaak.
Het verhaal dat de politie schrijft bij een aangifte.
Het verhaal dat de verzekeraar schrijft.
U belt de tiplijn Meld Misdaad Anoniem, als:
u aangifte wil doen bij de politie.
u anoniem informatie wilt geven over een misdaad.
u zelf een misdaad heeft begaan.
Saskia is beroofd op straat. Ze doet aangifte. Ze is heel erg overstuur door de beroving. Saskia krijgt hulp van:
de sociale dienst.
de gemeente.
slachtofferhulp.
Bij de bank kunt u alléén een betaalrekening openen.
Waar
Niet waar
Een salarisstrook is een brief waarop het geld staat dat u
iedere maand krijgt van uw werk.
iedere maand krijgt van de bank.
iedere maand spaart bij de bank.
Een rekening betalen kan
alleen per acceptgirokaart
alleen via internet
via internet en via acceptgiro.
De kinderen tot 10 jaar zijn gratis verzekerd.
Waar.
Niet waar.
Starters op de woningmarkt zijn mensen die voor het eerst op zoek zijn naar een woning.
Waar.
Niet waar.
De fysiotherapeut wordt betaald als ik een aanvullende verzekering heb?
Waar.
Niet waar.
Als je pas in Nederland bent krijg je altijd bijstand.