KNM oefenexamen 16

Waar moet je een bijstandsuitkering aanvragen?
1. Bij de gemeente.
2. Bij het UWV Werkbedrijf.
3. Bij de Sociale verzekeringsbank.
Iemand is langer dan 2 jaar ziek. Welke uitkering krijgt hij?
1. WIA.
2. WW.
3. Ziektewet.
4. Bijstand.
Hoeveel zoenen geven mensen die elkaar goed kennen?
1. 1.
2. 2.
3. 3.
Wat neem je niet mee als je op visite gaat?
1. Een fles wijn.
2. Een cadeau.
3. Bloemen.
U werkt al drie jaar in een fabriek. U krijgt een nieuwe chef. De chef en u hebben altijd problemen. Hij wil u ontslaan. Wat kunt u doen?
1. U kunt niets doen.
2. U zoekt hulp bij een Juridisch Loket.
3. U vraagt hulp bij het Anti Discriminatie Bureau.
De verzekering vraagt vaak om een bewijs van aangifte.
1. Waar.
2. Niet Waar.
Je hebt recht op vakantiegeld.
1. Waar.
2. Niet Waar.
Als je vrijwilligerswerk doet, heb je meer kans op een baan.
1. Waar.
2. Niet Waar.
Als je solliciteert, moet het bedrijf je cv hebben.
1. Waar.
2. Niet Waar.
Bij een sollicitatiegesprek mag je vragen stellen.
1. Waar.
2. Niet Waar.
In Nederland leren jongens en meisjes precies dezelfde dingen.
1. Waar.
2. Niet Waar.
"Deze stoffen kunnen, aan de lucht blootgesteld, zonder toevoer van energie in temperatuur stijgen en tenslotte ontbranden." Wat betekent dat?
1. Deze stoffen kunnen zonder dat u er iets mee doet, zomaar warm worden en gaan branden.
2. Deze stoffen moeten buiten gebruikt worden, anders worden ze warm en kunnen gaan branden.
3. Deze stoffen moet u warm maken, zodat ze kunnen gaan branden.
Familie de Boer hebben twee kinderen op de basisschool. Ze willen een week eerder op vakantie omdat het dan rustig is op de weg. Mag dat?
1. Ja, de laatste dagen wordt er toch geen lesgegeven.
2. Nee, de kinderen moeten tot de laatste dag naar school.
Uw oude bankstel is kapot. U koopt een nieuw bankstel. Wat doet u met het oude bankstel?
1. U brengt het naar de milieustraat.
2. U brengt het naar de kringloopwinkel.
3. U zet het bij de container.
"Oud papier wordt meestal opgehaald". Dit betekent dat u het buiten op straat kunt zetten.
1. Waar.
2. Niet waar.
Petra heeft een plastic zak met batterijen. De batterijen gaan in de chemobox. Wat moet Petra doen met het lege plastic zakje?
1. Dat moet ook in de chemobox.
2. Dat kan bij het gewone afval, dus de grijze container.
3. Dat moet in de gft-bak.
Je hebt WW. Moet je werk zoeken?
1. Ja.
2. Ja, maar niet als je een alleenstaande ouder met jonge kinderen bent.
3. Nee, dat is niet verplicht.
Je hebt een bijstandsuitkering. Moet je werk zoeken.
1. Ja.
2. Ja, maar niet als je een alleenstaande ouder bent met jonge kinderen.
3. Nee, dat is niet verplicht.
Hoe lang duurde de Duitse bezetting van Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog?
1. 4 jaar.
2. 5 jaar.
3. 80 jaar.
4. 6 jaar.
Wat betekent 'onderduiken'?
1. In het geheim vechten.
2. In het geheim smokkelen.
3. Vechten in een onderzeeboot.
4. Je verstoppen op een geheime plaats.
Hoe lang zijn de mensen tijdens dodenherdenking stil?
1. 2 minuten.
2. 12 minuten.
3. 2 uur.
4. 8 uur.
Wat staat niet in de grondwet?
1. Discriminatie is verboden.
2. Er is vrijheid van meningsuiting.
3. Hindoestaanse scholen zijn verboden.
4. Vrijheid van onderwijs.
Wat is fraude?
1. Een misdaad met officiële papieren.
2. Seks met iemand die niet wil.
3. Iets wat niet mag van de wet, maar minder erg is dan een overtreding.
4. Iets wat mag van de wet.
Mag verkrachting in Nederland?
1. Ja, als iemand ouder dan 16 jaar is.
2. Ja, als je met iemand getrouwd bent.
3. Nee.
Naar welke landen emigreerden veel Nederlanders in de jaren 50?
1. Amerika en Canada.
2. Australië en Canada.
3. Indonesië en Suriname.
4. Zuid-Afrika en Amerika.
Wat was geen probleem na de Tweede Wereldoorlog?
1. Immigratie.
2. Werkloosheid.
3. Woningnood.
Hoe lang duurt een hypotheek meestal?
1. 1 jaar.
2. 5 jaar.
3. 10 jaar.
4. 20 - 30 jaar.
Waar kun je zien van wie een huis is?
1. Bij de GBA (Gemeentelijke basisadministratie).
2. Bij de kamer van kophandel.
3. Bij de HRB (Huizen registratie bureau).
4. Bij het kadaster.
Wat zijn achterstandswijken?
1. Wijken met veel criminaliteit, vandalisme en overlast.
2. Wijken met te weinig huizen.
3. Wijken met zwarte scholen.
4. Wijken met te veel supermarkten.
In Nederland dragen de kinderen een uniform op school.
1. Waar.
2. Niet waar.
Naar wie moet je altijd toe als je een huis koopt?
1. Een advocaat.
2. Een makelaar.
3. Een notaris.
4. De Sociale dienst.
Voor kinderen ouder dan 18 jaar moet je lesgeld betalen
1. Waar.
2. Niet waar.
Wanneer was de wederopbouw
1. 1940-1945.
2. 1939-1965.
3. 1945-1965.
4. 1965-1985.
Welke verzekering is niet verplicht?
1. De autoverzekering.
2. De reisverzekering.
3. De zorgverzekering.
Welk deel van de schade moet je zelf betalen?
1. De eigen bijdrage.
2. De premie.
3. Het eigen risico.
Moet je voor hulp van Vluchtelingenwerk betalen?
1. Ja.
2. Ja, maar de zorgverzekering betaalt ook een deel.
3. Nee.
Wat kun je niet automatisch betalen?
1. De boodschappen.
2. De energierekening.
3. De huur.
Vanaf welke leeftijd kunnen meisjes de pil krijgen?
1. Vanaf 18 jaar.
2. Vanaf 14 jaar.
3. Er is geen leeftijd voor. De huisarts zegt ja of nee.
Als de politie je slecht behandeld heeft, kun je niets doen.
1. Waar.
2. Niet waar.
U ziet op straat twee mannen die elkaar kussen. Wat is een correcte reactie?
1. U zegt tegen deze mannen dat het verboden is om elkaar te kussen op straat.
2. U wordt boos en scheldt hen uit.
3. U loopt gewoon door. Homoseksualiteit is in Nederland niet verboden.